Er zijn nu eenmaal van die instrumenten van een bepaald merk, bouwjaar of model die precies die klankkleur en projectie hebben die je zoekt. Zo zijn er van die sousafoons die niet snel "overblazen", waarvan de stemming in het hele bereik goed blijft en/of waarbij de "valse tonen" gewoon goed klinken.
Zelf ben ik verknocht geweest aan een Conn 14K. Voor mij heeft dit model lef, focus en de juiste hoeveelheid "whoomp". De Conn 20K daarentegen (volgens velen de keizer der sousafoons) heeft een mooi, maar meer "whoofy" geluid. Afhankelijk van het muziekgezelschap en muziekstijl past het ene instrument nu eenmaal beter dan het andere (de muzikant zelf even buiten beschouwing gelaten). Ondertussen speel ik al weer wat jaren op een Reynolds Contempora uit 1959 waar ik erg tevreden over ben.
Verder spelen bij een sousafoon ook factoren mee zoals gewicht, grote of kleine boring, grootte van de kelk, 3 of 4 ventielen, shortaction of traditionele ventielen enz. Soms ben je in de gelegenheid op een bepaald vintage instrument te spelen of te beluisteren om er achter te komen dat je dat model toch wel zelf zou willen hebben. Zo zijn, door op de juiste plaatsen te zoeken, de “sousafoons van weleer” nog steeds te vinden. Alleen zijn ze vaak in een staat dat ze geheel moeten worden gedemonteerd voor een complete technische en/of cosmetische restauratie.
Een restauratie bestaat uit de volgende stappen:
Op zoek naar een oud instrument of er een op de kop getikt om te laten restaureren? Grote kans dat ik er weer een mooi en bespeelbaar instrument van kan maken.